zaterdag 18 maart 2017

Over zwerfvuil en ander struisvogelgedrag

Afgelopen weekend organiseerden het gemeentebestuur en de Jeugdraad een nieuw zwerfvuilopruimactie. Dat zo een actie überhaupt nodig is, moet tot nadenken stemmen. Want hoe verklaar je dat iedereen verontwaardigd reageert, maar bermen en bossen vol liggen met blikjes, lege sigarettenpakjes, etensresten, om maar te zwijgen van lege gasflessen en afgedankte autobanden?

Mensen die hun afval ergens gaan dumpen, getuigen alleen maar van kortzichtig egoïsme. Ze geven minder uit aan huisvuilophaling, aan containerpark, een mooie besparing, denken ze. Maar niets is minder waar, want ze betalen op lange termijn een dubbele prijs: er is niet enkel de maatschappelijke kost van het opruimen van de vervuiling (een algemene kost, dus ook de hunne), maar ook deze van de blijvende schade aan het milieu. Dat ze die kost gewetenloos doorschuiven naar volgende generaties, heeft zelfs iets misdadigs.

De zwerfvuil opruimacties legden nog een andere vaststelling bloot: hoe de volwassenen uitblonken door afwezigheid. Laat de jongeren maar opruimen, dat leert hen verantwoordelijkheidszin (en in gedachten: ze hebben waarschijnlijk toch ook voor het grootste deel van die afval gezorgd). En zo hebben ze ook een zinvolle bezigheid en hangen ze niet ergens 'zomaar' – nutteloos – rond. Het kost de maatschappij ook niks, lekker meegenomen.
Maar of ze 'de jeugd van tegenwoordig' op die manier het goede voorbeeld geven, dat is maar zeer de vraag.

Sterk staaltje van struisvogelgedrag is het in elk geval: als ik het niet zie, dan bestaat het niet. Tot het te laat is. Maar dan zij waarschijnlijk dood of te dement om nog de verantwoordelijkheid te dragen?