Afgelopen
weekend organiseerden het gemeentebestuur en de Jeugdraad een nieuw
zwerfvuilopruimactie. Dat zo een actie überhaupt nodig is, moet tot
nadenken stemmen. Want hoe verklaar je dat iedereen verontwaardigd
reageert, maar bermen en bossen vol liggen met blikjes, lege
sigarettenpakjes, etensresten, om maar te zwijgen van lege gasflessen
en afgedankte autobanden?
Mensen
die hun afval ergens gaan dumpen, getuigen alleen maar van
kortzichtig egoïsme. Ze geven minder uit aan huisvuilophaling, aan
containerpark, een mooie besparing, denken ze. Maar niets is minder
waar, want ze betalen op lange termijn een dubbele prijs: er is niet
enkel de maatschappelijke kost van het opruimen van de vervuiling
(een algemene kost, dus ook de hunne), maar ook deze van de blijvende
schade aan het milieu. Dat ze die kost gewetenloos doorschuiven naar
volgende generaties, heeft zelfs iets misdadigs.
De
zwerfvuil opruimacties legden nog een andere vaststelling bloot: hoe
de volwassenen uitblonken door afwezigheid. Laat de jongeren maar
opruimen, dat leert hen verantwoordelijkheidszin (en in gedachten: ze
hebben waarschijnlijk toch ook voor het grootste deel van die afval
gezorgd). En zo hebben ze ook een zinvolle bezigheid en hangen ze
niet ergens 'zomaar' – nutteloos – rond. Het kost de maatschappij
ook niks, lekker meegenomen.
Maar of ze 'de jeugd van tegenwoordig' op die manier het goede voorbeeld geven, dat is maar zeer de vraag.
Maar of ze 'de jeugd van tegenwoordig' op die manier het goede voorbeeld geven, dat is maar zeer de vraag.
Sterk staaltje van struisvogelgedrag is het in elk geval: als ik het niet zie, dan bestaat het niet. Tot het te laat is. Maar dan zij waarschijnlijk dood of te dement om nog de verantwoordelijkheid te dragen?